Ton de Zeeuw Voorzitter MARVER

Minister Hennis neemt groot risico

De teleurstelling bij onze leden was groot toen eind september duidelijk werd dat hun werkgever minister Hennis, bij nader inzien niet wilde onderhandelen over nieuwe arbeidsvoorwaarden.

Naar de komst van nieuwe arbeidsvoorwaarden wordt door onze leden al lang uitgekeken. Zeker na de bemoedigende berichten eind augustus dat er een goede basis lag om te starten met de onderhandelingen, ontstond er een hoopvolle verwachting.

De focus en hoop kwam bij onze leden nog meer op nieuwe arbeidsvoorwaarden te liggen, nadat op Prinsjesdag duidelijk werd dat er geen extra geld beschikbaar komt voor de KMar.

Op deze dag viel te horen en te lezen dat de regering inziet dat de veiligheidssituatie is gewijzigd. Ook viel te lezen dat de regering extra werkzaamheden voorziet voor de KMar in het kader van de nieuwe Europese Grens- en Kustwachtafspraken. Tevens viel te lezen dat de regering inziet dat de KMar-capaciteit onder druk staat door de toegenomen passagiersaantallen op de nationale luchthavens gepaard met de genoemde gewijzigde veiligheidssituatie. Maar ook viel te lezen dat de regering geen extra geld beschikbaar stelt voor capaciteitsuitbreiding van de KMar…

Wel inzien dat de veiligheidssituatie is gewijzigd en de verwachting hebben dat het KMar personeel met een druk op de knop dáár inzetbaar is waar de veiligheid van de staat en samenleving dit vraagt?

Ook inzien dat de KMar-capaciteit daarvoor eigenlijk ontoereikend is maar vervolgens géén extra geld voor uitbreiding beschikbaar stellen?

Dan maak je als regering dus een bewuste keuze. Het kan in mijn ogen niet anders dan dat je als verantwoordelijke gezagsdragers er daarbij van uitgaat dat in tijden ‘als het er op aankomt’ zij als regering wel kunnen rekenen op de loyaliteit van het KMar-personeel. Loyaliteit die ervoor zorgt dat wat eigenlijk door gebrek aan mensen en middelen onmogelijk is toch mogelijk wordt gemaakt.

Met de loyaliteit van het personeel staat het nog goed, althans zo valt op te maken uit de monitor werkbeleving over de eerste helft 2016. Overigens is dit het enige punt wat een duidelijke voldoende oplevert. Ik zou mij als werkgever niet rustig voelen als ik de uitkomsten van de andere indicatoren van de werkbelevingsmonitor lees. Zeker niet als je die combineert met de uitstroomcijfers genoemd in de personeelsrapportage Defensie midden 2016.

Als loyaliteit dan een cruciale factor is om de bewust ontoereikend gelaten KMar-organisatie nog te laten functioneren, in een tijd waarin de vraag naar veiligheid alleen maar toeneemt, dan begrijp ik niet dat je als werkgever het ook nog aandurft om de onderhandelingen met je personeel over nieuwe arbeidsvoorwaarden op de huidige wijze te frustreren.

Dan neem je in mijn ogen als minister een groot risico.