Sven Schuitema Voorzitter

Goudkoorts

Voorheen plaatsten we steevast een reactie op de Miljoenennota op de dag dat deze openbaar werd. Te midden van het geroezemoes over elke komma in die nota stond ook onze reactie. Naast alle andere geluiden over uiteenlopende beleidsterreinen. Dit was een gewoonte. Maar waarom eigenlijk? De Miljoenennota is namelijk geen start of finish. De dagen na Prinsjesdag zijn immers nog gevuld met de Algemene Politieke Beschouwingen, waarin politici elkaar verdringen met statements, oneliners en framing. Ja, wat dat betreft nemen we steeds meer over van de Verenigde Staten. En helaas niet alleen hun woorden. Vrienden die altijd de rekening betalen, hebben nou eenmaal invloed.

Nu het bonnetje langzaam onze kant wordt opgeschoven, zie je mensen onrustig heen en weer bewegen. Het bedrag is immers fors. Het is een logische vraag of dat wel nodig is, want is 3,5% van ons bruto binnenlands product (BBP) niet te veel? Als je kijkt naar het verleden, dan zou dat zomaar kunnen. We hadden waarschijnlijk veel goedkoper uit kunnen zijn als het gaat om onze bescherming. Het idee dat je voor iets essentieels als veiligheid goedkoop uit kunt zijn, is trouwens typisch Nederlands. 

Maar goed, ook wij kunnen elke euro maar één keer uitgeven. Want wat als we de afgelopen jaren gewoon netjes de rekening hadden betaald en 2% van ons BBP aan Defensie hadden besteed? En wat als we onze bondgenoten hadden aangespoord hetzelfde te doen? Hadden de Verenigde Staten dan alsnog een stok gehad om mee te slaan? Zouden we dan alsnog moeten verhogen naar 3,5%? Ik denk van niet. Ja, we hadden wellicht iets verhoogd met het oog op de toegenomen dreiging. Als Europeanen hadden we dan meer invloed kunnen uitoefenen op dat percentage. Nu is het ons min of meer opgelegd.

Is 3,5% van ons BBP dus te veel, omdat dit percentage overcompenseert voor de jaren waarin we te weinig deden? Zeer mogelijk wel. Dit hebben we echter aan onszelf te danken. De mensen die nu onrustig worden van de rekening, hadden destijds geen moeite met het feit dat het bonnetje elders lag. Toen Defensie werd afgebroken en miljarden - in strijd met onze NAVO-afspraken -  naar andere terreinen verdwenen, waren zij tevreden. Nu komt de rekening alsnog en die is een stuk hoger. Of beter gezegd, het is een offerte. De oude factuur van 2% van het BBP betalen we namelijk pas in 2026.

Als militaire vakbond hebben we lang gepleit voor een defensiebudget dat voldoet aan de NAVO-norm. In die zin zijn we tevreden. Tegelijkertijd blijven we waakzaam. Vooral voor valse tegenstellingen die we zowel vanuit rechtse als linkse hoek zien opduiken. Zo zou een hogere investering in Defensie ten koste gaan van de publieke sector. Dat is een misvatting, want Defensie ís een publieke sector. Ook het idee dat Defensie ten koste gaat van sociale zekerheid, onderwijs en zorg is onjuist. Het is simpelweg een politieke keuze waar het geld vandaan komt. Nergens is afgesproken dat het defensiebudget uit die potjes moet komen. Er zijn genoeg andere opties.

Onze grootste zorg blijft de inkomenspositie van onze leden. De miljarden vliegen Defensie om de oren, maar nergens zien we dat de arbeidsvoorwaarden voor defensiepersoneel een andere koers varen dan die van andere overheidsmedewerkers. En dat is slecht nieuws. Collega’s bij andere vakbonden maken zich op basis van de kabinetsplannen zorgen over nullijnen en magere loonstijgingen in de publieke sector. En hier valt Defensie ook onder. Begin volgend jaar starten we opnieuw de onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden van defensiemedewerkers.

Als MARVER laten we ons niet verblinden door de goudkoorts en slijpen we alvast wat messen. Mooie spullen kopen van al die miljarden is prima, maar uiteindelijk zijn het nog altijd mensen die het werk doen bij Defensie. En deze mensen moet je goed belonen. Zeker als je ze harder nodig hebt dan ooit.