Sven Schuitema Voorzitter

Wij zullen er nog wel even zijn

Ik zag laatst een cartoon van een schreeuwende manager die aan de mensen aan een vergadertafel vraagt: “Ik vraag niet of het mag, ik vraag of ik er gezeik mee krijg!” Dit typeert precies de houding van Defensie op dit moment. Overleg is pas nodig als er gezeik komt.

Dit zag je bijvoorbeeld bij de pilot ‘adaptief aan de grens’. Een onderwerp wat ontzettend veel verdeeldheid veroorzaakt bij onze leden. Hoezeer bepaalde functionarissen binnen de KMar het ook proberen te ‘framen’ en expres onze boodschap verdraaien. Onze kritiek is niet gericht op de mensen die dit project tot een succes proberen te maken of op de burgers die via dit project hun steentje willen bijdragen aan de veiligheid van ons land en Europa. Door middel van overleg willen wij juist voorkomen dat er ‘gezeik’ van komt. Gelukkig ligt dit project nu op het niveau waar dit thuishoort: bij de minister en de vakbonden.

Maar vergis je niet, er zijn mensen met een andere agenda dan de onze. Mensen die zeggen dat de vakbond geen bestaansrecht meer heeft. Dat vakbonden niet meer nodig zijn. Mensen aan werkgeverzijde die belang hebben bij zo min mogelijk inspraak van de mensen die het werk moeten doen. Van jullie. Tegen deze mensen zeg ik dat de werkgever het bestaansrecht van de vakbond zelf in de hand heeft. Als de werkgever het personeel de komende decennia structureel en zonder uitzondering fatsoenlijk behandelt, behoorlijk beloont en integer tegemoet treedt, dan zijn wij niet meer nodig.

Als ik echter terugkijk naar de afgelopen 10 jaar heb ik daar weinig hoop op. De koopkracht is gedaald door niet meegroeiende arbeidsvoorwaarden en mensen een fooi krijgen voor hun werk tijdens nacht en ontij. Het aantal rechtszaken die met succes gevoerd zijn tegen deze werkgever is enorm. Niet actief dienenden worden financieel gepakt. Loyaliteit werkt nog maar één kant op. Ik kan niet anders concluderen dan dat de werkgever tegenspraak nodig heeft en voorlopig nog wel nodig zal hebben.

Dus helaas voor hen met die andere agenda. We zullen er nog wel even zijn. We groeien nog steeds en we krijgen ook steeds meer betrokken leden. De MARVER is klaar voor de toekomst. We zullen er blijven staan en zullen doorgaan met het behartigen van de belangen van de mensen die onze samenleving dienen en gediend hebben. Omdat juist deze mensen, onze leden, dit keihard verdienen.

* Uit mijn toespraak tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering