14 juni 2016

Piraterijbestrijding moet overheidstaak blijven

Het is een slecht idee van het kabinet om bij de bescherming van koopvaardijschepen tegen piraterij de inzet van particuliere beveiligers mogelijk te willen maken. Dat heeft FNV Veiligheid, het samenwerkingsverband van de MARVER, defensiebond AFMP en de Nederlandse Politiebond, op woensdag 13 april luid en duidelijk verkondigd tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer.

Eind 2015 verscheen een beleidsnotitie van het kabinet over de beveiliging van zeevaartroutes tegen piraterij, geschreven door de ministers van Defensie, Buitenlandse Zaken, Veiligheid en Justitie en Infrastructuur en Milieu. Zij bleken van plan de inzet van gewapende particuliere beveiligers aan boord van Nederlandse schepen mogelijk te maken. Een voornemen dat niet uit de lucht kwam vallen; in 2013 kondigde het kabinet al aan dat het wetgeving in die richting wilde voorbereiden. Het inhuren van particuliere beveiligers gebeurt dan als aanvulling op de inzet van VPD’s (Vessel Protection Detachments), waarbij mariniers op koopvaardijschepen meevaren. Het kabinetsstandpunt kan worden omschreven als ‘VPD, tenzij…’.

Hoewel het aantal gevallen aanzienlijk is teruggedrongen is de piraterijdreiging nog niet verdwenen, aldus het kabinet. Sinds 2011 is de VPD-capaciteit van Defensie uitgebreid en het inzetconcept verbeterd, maar volgens de reders is het resultaat nog altijd onvoldoende om in hun veiligheidsbehoefte te kunnen voorzien.

Hoorzitting
Op woensdag 13 april vond in de Tweede Kamer een hoorzitting over dit onderwerp plaats. Afgevaardigden uit de koopvaardij, de wetenschap en de defensiewereld gaven hun zienswijze en beantwoordden vragen van de Vaste Kamercommissie voor Defensie. Woordvoerster (mede) namens de Marechausseevereniging was de voorzitter van defensiebond AMFP, Anne-Marie Snels. Zij verdedigde het standpunt dat de Nederlandse bestrijding van de piraterij door toepassing van eventueel gewapend geweld – waar ook ter wereld – een exclusieve taak van de Nederlandse overheid is en moet blijven.

Geweldsmonopolie
MARVER-voorzitter Ton de Zeeuw: ‘In onze democratische rechtsstaat berust het geweldsmonopolie om weloverwogen redenen bij de overheid. Tijdens de opleiding, vorming en training van Nederlandse defensie- en politiemedewerkers wordt hen geleerd dat ze alleen geweld mogen gebruiken als dat puur noodzakelijk is en dat ze bij het toepassen van geweld zoveel mogelijk moeten kiezen voor de minst ingrijpende manier. Deze principiële uitgangspunten worden het subsidiariteits- en het proportionaliteitsbeginsel genoemd. Zij zijn de voorwaarden om de inzet van de zwaardmacht te laten voldoen aan de Nederlandse wetten en ook aan universele morele maatstaven.’

De bonden van FNV Veiligheid vinden dat in een democratische rechtsstaat controle op de toepassing van het geweldsmonopolie mogelijk moet zijn. De Zeeuw: ‘In de huidige situatie zijn de bevoegdheden en verantwoordelijkheden duidelijk. Bestaande rapportagelijnen, zowel naar politiek verantwoordelijken als het Openbaar Ministerie, zijn helder en beproefd. Het is maar de vraag hoe lang dat zo blijft als de Tweede Kamer het beleidsstandpunt van het kabinet overneemt en de inzet van particuliere beveiligers mogelijk maakt.’

Rechtspositie kapitein
Tijdens de hoorzitting bleek de NVKK (Nederlandse Vereniging van Kapiteins ter Koopvaardij) haar standpunt te hebben gewijzigd. In het verleden was zij altijd een fervent tegenstander van private beveiliging op schepen, met name vanwege de gevolgen voor de rechtspositie van de kapitein. De inzet van een militair VPD ontheft een kapitein van de verantwoordelijkheid voor het moment en de mate van geweldgebruik op het schip. Bij de inzet van particuliere beveiligers is hij daarvoor volledig aansprakelijk en verantwoordelijk, terwijl hij niet geacht mag worden deskundig te zijn. Van oudsher reden voor de NVKK om deze mogelijkheid principieel te verwerpen.

Op 13 april noemde de NVKK een privaat team echter ‘wel degelijk een alternatief (…) als er wordt voldaan aan voorwaarden waardoor de rechtspositie van de kapitein niet in gevaar komt. Dat komt neer op een ‘scheiding der machten’ waarbij de kapitein verantwoordelijkheid draagt over het schip, en het private team over het geweldsgebruik, de vuurwapens en munitie.’

Economische schade
Volgens oud-politica Tineke Netelenbos, voorzitter van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders, zijn de kosten van de inzet van VPD’s te hoog. De reders betalen daarvoor zo’n 50 procent meer dan bij de inhuur van private beveiligers. De heer Veldhoven van Exclusive Security Services & Special Assignments meldde de Tweede Kamer dat hij een team van vier beveiligers kon leveren voor twintigduizend euro.

Ton de Zeeuw: ‘Leuk en aardig, maar je kunt je afvragen hoe fris en waakzaam dat viertal na een week op volle zee nog is als ze volcontinu een schip hebben moeten bewaken. Bovendien krijgt door deze aanpak ook het personeel aan boord een rol in de bewaking. Is dat wenselijk? Komt dat de veiligheid ten goede?’

Netelenbos stelde tijdens de hoorzitting dat de kosten van VPD-inzet ertoe kunnen leiden dat reders gaan uitwijken (‘uitvlaggen’) naar een land dat wel private beveiligers toestaat. Dat zou voor de Nederlandse zeevaartsector, die in 2013 in het buitenland 4,8 miljard euro omzette, een fikse schadepost betekenen. De omvang van deze schadepost wilde Netelenbos niet noemen, ook niet na aandringen door de Vaste Kamercommissie. Dat was ‘marktinformatie’ die ze met het oog op de Nederlandse concurrentiepositie niet wilde vrijgeven.

Financiering
MARVER-voorzitter Ton de Zeeuw: ‘De vrije en veilige doorvaart van koopvaardijschepen is essentieel voor onze nationale economie. FNV Veiligheid stelt dan ook voor om de kosten van de hiervoor noodzakelijke gewapende beveiliging volledig te gaan betalen uit de algemene middelen. In dat geval is het consequent om de beslissing over de inzet van deze gewapende beveiliging in handen te leggen van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Daarmee is tevens geborgd dat relevante terreur- en veiligheidsinformatie op dit centrale niveau verwerkt wordt.’

De Marechausseevereniging roept de politieke partijen op om zo snel mogelijk het besluit te nemen om de toepassing van het geweldsmonopolie exclusief bij de overheid te laten rusten en de regering opdracht te geven daarvoor binnen de Rijksbegroting voldoende geld vrij te maken. Daarmee wordt voorkomen dat Nederlandse reders noodgedwongen gaan kiezen voor bijvoorbeeld de heimelijke inzet van particuliere beveiligers.

De Zeeuw: ‘Van de VDD is al lang bekend dat het de inzet van private partijen toejuicht. De hamvraag is dan ook hoe coalitiegenoot PvdA zich in de Tweede Kamer gaat opstellen. Tot nu toe zat de PvdA-fractie op dezelfde koers als FNV Veiligheid: het geweldsmonopolie hoort exclusief bij de staat te liggen. De komst van de nieuwe beleidsnotitie heeft gezorgd voor een verschil van mening tussen de PvdA’ers in het kabinet en in de fractie. Tijdens de hoorzitting leek de PvdA-fractie zijn principiële lijn vast te houden. De MARVER zou het toejuichen als ze dat blijven doen.’