9 maart 2020

Geschil met Defensie over employabilityorganisatie

Na een jarenlange strijd om de werkgever zover te krijgen de inrichting van de employabilityorganisatie ter hand te nemen, blijkt daarover uiteindelijk een onoverbrugbaar verschil van inzicht te bestaan tussen de vakbonden en Defensie. Gezamenlijk is daarom besloten het geschil voor te leggen aan de Advies en Arbitragecommissie (AAC). Het verzoek is om een bindende uitspraak te doen.

Vrijdag 6 maart vond een extra SOD-vergadering plaats over de inrichting van de employabilityorganisatie, een cao-afspraak uit 2017. In het SOD op 5 februari leek het er nog op dat we over dit onderwerp overeenstemming hadden bereikt. In de weken daarna bleef de werkgever helaas weigeren de gemaakte afspraken na te komen.

Uniforme organisatie
In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2017-2018 is de afspraak gemaakt om één uniforme employabilityorganisatie in te richten voor Defensie. Deze heeft het mandaat heeft om afspraken te maken waaraan alle MARVER-leden rechten kunnen ontlenen. Daarbij is het bedoeling dat de employabilityorganisatie breed kijkt naar de mogelijkheden voor medewerkers, dus ook voorbij de grenzen van Defensie of het Defensieonderdeel waar iemand is ingedeeld. Dat is gedaan om een goede balans te creëren tussen de belangen van de organisatie en die van de medewerkers.

Mandaten
Op dit moment ligt het grootste deel van de mandaten hiervoor bij de commandanten van de Defensie onderdelen (DO). Zowel het mandaat van de P&O-organisatie, die zich vooral richt op de belangen van de werkgever en het eigen DO, als dat van de huidige loopbaanbegeleidingsorganisatie. Deze laatste organisatie zou vooral gericht moeten zijn op de medewerkersbelangen. De loopbaanbegeleiders kunnen echter nu niet onafhankelijk van sturing door het DO opereren. De afgelopen jaren bleek dat het voor het DO zo te verleidelijk is om vooral de nadruk te leggen op de belangen van de eigen organisatie en minder op die van de medewerkers.

Langdurig aandringen
De cao-afspraak over de employabilityorganisatie is in oktober 2017 gemaakt. Ondanks langdurig aandringen van de MARVER, eerst informeel en vanaf februari 2019 tot nu formeel in het SOD, weigert de werkgever hieraan op de afgesproken wijze invulling te geven. In een op verzoek van de bonden extra ingelast SOD, werd de echte reden voor die weigering eindelijk duidelijk. De SOD-voorzitter, in dit geval de Hoofd Directeur Personeel (HDP), meent dat de afspraak om één uniforme organisatie voor heel Defensie met bijbehorend mandaat in te richten, óók kan betekenen dat Defensie in overleg met de medezeggenschap meerdere organisaties inricht. Volgens de voorzitter kan het mandaat hierbij opnieuw bij de Defensieonderdelen worden neergelegd. Voor de MARVER en de andere bonden staat dit haaks op de gemaakte afspraken die een gegeven zijn voor de inrichting van de organisatie. Dit stuit bij ons ook nog eens op veel onbegrip. Wij kunnen ons namelijk met de beste wil van de wereld niet herinneren op welk moment in de Nederlandse taal het woord ‘één’ de betekenis gekregen heeft van ‘meer dan één’.

Bindende arbitrage
Ondanks dat wij de voorzitter meerdere malen hebben proberen te overtuigen van het feit dat de betekenis van het woord één niet is veranderd, zijn we er uiteindelijk niet uitgekomen. Buiten de optie om aan de rechter te vragen om in te grijpen, hadden de bonden één mogelijkheid over om dit op te lossen. Deze mogelijkheid is om samen met Defensie aan de advies- en arbitragecommissie de vraag voor te leggen of Defensie, gezien de gemaakte afspraken, al dan niet verplicht is één organisatie in te richten. De werkgever stemde ermee in om dit te doen in de vorm van een bindende arbitrage, zodat de discussie daarna hoe dan ook is afgerond. Omdat het allemaal al veel te lang heeft geduurd en snelheid geboden is, werd op 6 maart direct ook formeel de voorgeschreven geschilvergadering gehouden.

Duidelijkheid
De MARVER vindt het van groot belang om over dit onderwerp duidelijkheid te verkrijgen. Voor ons als bond gaat het namelijk allang niet meer alleen om de cao-afspraak over de employabilityorganisatie. Al jarenlang worden we geconfronteerd met het feit dat de werkgever afspraken met ons maakt, daar in het geval van een cao zelfs een handtekening onder zet, deze dan niet nakomt of alleen datgene uitvoert wat haar goed uitkomt.
Eerder leverden de rapporten van de commissie Leijh en Geelkerken conclusies op over het functioneren van het overleg bij Defensie en bracht de AAC een advies uit in een geschil rond de
cao van 2015 over de vraag of er bij Defensie sprake is van open en reëel overleg. Helaas hebben beide nog niet voor ander gedrag van de werkgever gezorgd. Het komt nog steeds zeer regelmatig voor dat de werkgever afspraken met ons niet nakomt en met eigen of soms geheel nieuwe interpretaties komt van regelgeving of van de gezamenlijke gemaakte afspraken. Dat betekent voor de MARVER dat de werkgever dikwijls alleen voor de schijn open en reëel overleg voert. Dit verlamt al langer het overleg, waardoor we ondanks onze inspanningen helaas steeds minder voor onze leden kunnen bereiken. De MARVER meent dat dit nu echt eens moet gaan veranderen.

 

Meer over:
cao
AVW