Ton de Zeeuw Voorzitter MARVER

Waarderen van bijzonder zijn

De 114e Algemene Vergadering (AV) van onze vereniging was een bijzondere vergadering. Bijzonder vanwege het aftreden van Peter Lamme als bestuurder van onze vereniging. Ik ga zijn humor, intelligentie en creatieve inbreng in het bestuur missen. Ook was deze AV bijzonder vanwege het aantreden van vier nieuwe leden binnen het Hoofdbestuur: Theo Wielens, David Goudzwaard, Martine van der Linden en Sven Schuitema. Onderling verschillend in kennis en ervaring maar alle vier gelijk gedreven om het verschil voor anderen te willen maken. Ik kijk er dan ook echt naar uit om met het nieuw samengestelde Hoofdbestuur een nieuw verenigingsjaar in te gaan.

Maar wat deze Algemene Vergadering extra bijzonder maakte, was de benoeming van mijn collega Wim van Broeckhuijsen tot erelid van onze vereniging. Wim die inmiddels meer dan 25 jaar deel uit maakt van het Hoofdbestuur en daar tot op de dag van vandaag een zeer belangrijke rol vervult, werd met de nodige steunbetuigingen uit de zaal door de AV deze hoogste waardering toegekend. Met het adagium ‘een kwart eeuw richting geven en verantwoordelijkheid nemen’ was het voor mij een grote eer om hem het bijbehorende versiersel op te spelden.

In de AV werd uiteraard ook stilgestaan bij de ontwikkelingen binnen en rondom Defensie. De huidige situatie in Zuid- en Oost-Europa maakt het nu ook voor iedereen buiten Defensie pijnlijk duidelijk dat veiligheid geen vanzelfsprekendheid is. Enkele politieke partijen komen zelfs tot de conclusie dat er in de achterliggende periode te veel op de Nederlandse Defensie is bezuinigd. Mogelijk dat dit gaat resulteren in een ophoging van het defensiebudget in de Rijksbegroting van 2015.

Maar dit alles zal niet automatisch gaan leiden tot een verbetering van uw arbeidsvoorwoorden, WUL-problematiek of AOW-gat. In onze laatste nieuwsbrief hebben wij ons ongenoegen over de vorderingen op dit gebied aan u bericht. Wij verwijten het de Minister van Defensie als uw werkgever, dat zij u niet serieus neemt.

Een goede gezagsdrager op Defensie weet dat haar personeel een sterk ontwikkelde ‘can-do’-mentaliteit heeft en ondanks het tanende vertrouwen nog zeer loyaal is aan het politieke gezag. Daarnaast weet een goede gezagsdrager ook dat de werknemers van Defensie niet alle werknemersrechten genieten om druk uit te oefenen om tot een rechtvaardig pakket aan arbeidsvoorwaarden te komen. Om deze redenen rust er een extra verantwoordelijkheid bij een Minister van Defensie om haar rol van werkgever goed in te vullen door serieus open en reëel overleg te voeren met (de vertegenwoordigers van) het personeel. Daar past niet bij om (de vertegenwoordigers van) het personeel zeven maanden aan het lijntje te houden over ontwikkelingen op arbeidsvoorwaarden gebied. En daar past zeker niet bij om arbeidsvoorwaardengeld uit het Sociaal Akkoord naar verluidt voor andere doeleinden binnen Defensie te gebruiken.

De positie van de militair en daarmee die van een marechaussee is bijzonder. U weet dat als geen ander. Het probleem is echter dat daar niet alle bewindslieden van overtuigd zijn. Eerder al is met de Minister van Defensie afgesproken dat zij de bijzondere positie van de militair gaat beschrijven. Ondanks het bericht van deze Minister aan de leden van de Tweede Kamer dat zij hierover in overleg is met de bonden, hebben wij daar tot op heden nog niets concreets van vernomen.

Ik neem dit alles de Minister van Defensie als uw werkgever bijzonder kwalijk.