27 januari 2017

Onderhandelingen AVW definitief mislukt!

Minister biedt personeel geen enkel perspectief op een fatsoenlijk arbeidsvoorwaardenakkoord. Gisteren, 26 januari 2017, is er een vergadering van het Sectoroverleg Defensie (SOD) gehouden. Tot grote teleurstelling van de Centrales van Overheidspersoneel (CVO’s) is in deze vergadering formeel bevestigd dat de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen mislukt zijn. Hierdoor is al het overleg tussen Defensie en de CVO’s stil gelegd.

Vorige week vrijdag 20 januari berichtten wij al dat in de vergadering van de Werkgroep Arbeidsvoorwaarden de CVO’s niet anders konden dan vaststellen dat de kloof tussen de wensen van de Centrales en Defensie onoverbrugbaar groot was.

Terug onderhandelen en niet nakomen afspraken
De Centrales hebben teleurgesteld moeten vaststellen dat het overleg mislukt is. Dit na een lange periode waarin beide partijen de mogelijkheden om tot een resultaat te komen gezamenlijk hebben verkend, gevolgd door formele onderhandelingen om tot een definitief arbeidsvoorwaardenakkoord te komen. Gedurende dit proces werden wij meer dan eens onaangenaam verrast door het feit dat gezamenlijk gemaakte afspraken over het proces of de inhoud van de onderhandelingen vanuit de zijde van Defensie niet nagekomen of eenzijdig gewijzigd werden. Ook onderwerpen waarover tijdens de verkenningen overeenstemming bestond en zelfs gemaakte afspraken uit het eerste deelakkoord werden door Defensie meerdere malen opnieuw ter discussie gesteld. Hier was duidelijk sprake van terug onderhandelen op gemaakte afspraken door de minister.

Onoverbrugbare kloof
In het SOD hebben de Centrales hun frustraties over deze gang van zaken geuit. De onoverbrugbare kloof werd voornamelijk duidelijk op een drietal grote onderwerpen, te weten de loonontwikkeling, het door ontwikkelen van het Flexibel Personeelssysteem in het algemeen en de afspraken omtrent een employabilityaanspraak in het bijzonder en de nieuwe diensteinderegeling met een flankerend overgangsbeleid. Tijdens de onderhandelingen hebben de Centrale op deze drie belangrijke onderwerpen aangegeven wat hun ondergrens op de individuele thema’s is. De mate waarin Defensie op deze onderwerpen aan de gerechtvaardigde wensen, maar minimaal aan de door de Centrales gestelde ondergrenzen tegemoet kon of wilde komen en de samenhang tussen deze onderwerpen was in belangrijke mate bepalend of er uitzicht was op een onderhandelaarsresultaat. Des te groter was onze verbazing toen Defensie aangaf op geen van deze onderwerpen zelfs maar in de buurt van deze ondergrenzen te kunnen komen. Een onoverbrugbare kloof! De door de Minister geboden loonontwikkeling was dusdanig klein dat dit voor een groot deel van het defensiepersoneel nog steeds zou resulteren in een lager netto inkomen ten opzichte van het salaris van 2016. Laat staan een verbetering van de koopkracht. De Minister was ook niet bereid te komen tot een overgangsbeleid voor de nieuwe diensteinderegeling die voorkomt dat personeel dat al meerdere malen met een volledige ophoging van de ontslagleeftijd is geconfronteerd, en die wat de minister betreft verplicht over moeten naar die nieuwe regeling, opnieuw meerdere jaren langer door moeten gaan werken.

En dat terwijl er tijdens het afronden van de verkenningen in september vorig jaar voor beide partijen een goede basis lag waarin nog maar een beperkt aantal bespreekpunten over waren en de Minister in het SOD op 27 oktober aangaf “perspectief te zien om te komen tot een evenwichtig totaalpakket”. Later werd dit door de Minister in een extra SOD op 6 december 2016 (nadat men op 10 november in de WG AV had aangegeven dat het perspectief er toch weer niet was) wederom aangegeven.

Uit de reactie van de Minister in het SOD werd duidelijk dat de door ons geschetste problemen met betrekking tot de betrouwbaarheid van gemaakte afspraken als ook de ruimte en noodzaak om een fatsoenlijk arbeidsvoorwaardenpakket te bieden door de Minister werden gebagatelliseerd. De Minister gaf aan verder te willen praten om uiteindelijk tot elkaar te komen. Overigens zonder veel empathie te tonen voor de deplorabele toestand waarin defensie zich bevindt. De wens om verder te praten stond lijnrecht tegenover haar standpunt dat op de belangrijke onderwerpen geen enkele ruimte meer was om aan onze ondergrenzen, laat staan wensen, tegemoet te komen. En dit ondanks de flinke concessies die wij op de verschillende onderwerpen in de richting van de Minister in de afgelopen periode al hadden gedaan om te proberen tot een resultaat te komen.

Volgens de CVO’s is er sprake van een enorme kloof. De Minister maakte zich daarop volstrekt belachelijk door te stellen dat zij een brug ziet waar zelfs zware vrachtwagens overheen kunnen rijden. De CVO’s konden niet anders dan vaststellen dat er niet eens geld is om materiaal aan te schaffen om een brug te bouwen.

Onderhandelingen mislukt!
De Minister laat met haar houding zien dat de waardering voor het defensiepersoneel zich bij haar vooral beperkt tot woorden, maar dat daden waaruit die waardering blijkt van haar niet te verwachten zijn. Zij lapt daarmee de gerechtvaardigde eisen van haar personeel aan haar spreekwoordelijke laars en neemt het defensiepersoneel duidelijk niet serieus.

Uiteindelijk was er door deze opstelling van de Minister voor de CVO’s geen andere keuze dan vast te stellen dat de onderhandelingen zijn mislukt en te besluiten deze te beëindigen. Daarmee komt ook al het overige formele overleg stil te leggen. De CVO’s realiseren zich als geen ander dat het personeel ook getroffen wordt door het stilleggen van het overleg en dus ook van reorganisaties. Maar het zijn onze arbeidsvoorwaarden waar wij nu voor moeten vechten. Wij zullen prioriteiten moeten stellen en vragen uw begrip daarvoor.
De CVO’s zullen zich nu gaan beraden op de te nemen vervolgstappen. Een belangrijk element daarbij is het informeren van onze leden over het hoe en waarom met betrekking tot de mislukte onderhandelingen. De CVO’s zullen op korte termijn het land ingaan om uit te leggen waarom wij tot deze stap hebben moeten overgaan, daar hebt u recht op.

Voor de laatste stand van zaken hierover verzoeken wij u de website www.defensiepersoneelinactie.nl in de gaten te houden. Deze zal in de loop van de komende week gelanceerd worden.

Tot slot hebben de CVO’s moeten vaststellen dat het Sociaal Beleidskader Defensie (SBK) op 1 januari 2017 formeel is beëindigd zonder dat (een groot deel van) de elementen daaruit zijn overgenomen in de staande rechtspositie. De Minister heeft er (nog) niet voor gekozen het SBK om die reden te verlengen. Defensiepersoneel dat daardoor direct benadeeld wordt kan contact opnemen met de CVO’s (via de vakbond waarbij betrokkene is aangesloten) waarna de betreffende centrale met Defensie in overleg zal treden om betrokkene in een situatie te brengen “als ware het SBK op dat moment voor betrokkene van toepassing geweest”.

Meer over:
SOD
C&R