Toon Verberg columnist

Mes in de rug

Veel MARVER-leden melden dat de KMar kraakt. Er ligt simpelweg te veel werk voor te weinig mensen. Niet alleen op Schiphol, maar in het hele land is de druk op de organisatie en de mensen die er werken toegenomen. Vanuit de collega-bonden in FNV Veiligheid, de AFMP en de NPB, komen niet veel betere signalen.

De politiek vraagt veel van de veiligheidsdiensten en gezien de veranderde omstandigheden is dat logisch. Het siert de medewerkers dat ze zonder morren een paar flinke passen harder zijn gaan lopen. Maar waar stopt het? Er zal geen marechaussee, andere militair of politieagent zeuren over de Arbeidstijdenwet als het land in een gewapend conflict is verwikkeld. Maar dat is Nederland niet. Ja, we hebben problemen die de veiligheid behoorlijk raken, maar het is geen oorlog. Geen reden om het uiterste te vragen van het personeel. Dat begrijpt dat het even niet anders is, maar na verloop van tijd zullen de veiligheidsorganisaties toch aangepast moeten worden aan de nieuwe maatschappelijke situatie. Veiligheid is een basisbehoefte.

Nederland heeft inmiddels twintig miljard euro uitgeleend aan Griekenland. De kans is aanwezig dat we dat geld nooit meer terug zien. Natuurlijk dienden de Grieken wel aan wat voorwaarden te voldoen, maar zodra ze hun vinger opstaken om meer geld te vragen snelde onze minister van Financiën, Jeroen Dijsselbloem, naar Brussel om te kijken hoeveel er overgemaakt kon worden. Geen woord over hoe zat hij het is dat Griekenland aan het bedelen is. Prima, we zijn een rijk land en hebben baat bij een (financieel) stabiel Europa.

Maar dan die nieuwe omstandigheden. Veel problemen bij onze veiligheidsdiensten kunnen opgelost worden met meer personeel. Ook daarvoor kwam Dijsselbloem met geld over de brug: 25 miljoen euro voor de KMar en 49 miljoen voor de politie. Volstrekt onvoldoende om de situatie te verbeteren, maar dat is niet waar de schoen wringt. Echt zeer doen de uitspraken van Dijsselbloem bij de presentatie van de Voorjaarsnota op 27 mei. Meneer bleek zich te ergeren aan de voortdurende roep om meer geld voor de veiligheidsdiensten. ‘Het is niet van: u roept en wij draaien.’ Jeroen was er naar eigen zeggen ‘een beetje klaar mee’. Afsluitend zei hij dat hij het daarbij maar zou laten, want anders ‘ga ik nog veel lelijkere dingen zeggen’.

Inderdaad meneer Dijselbloem, slikt u de rest maar in. Het mes zit diep genoeg in de rug van de mensen die waken over de veiligheid van Nederland en ver daarbuiten. Maar weet u, die lelijke woorden in uw hoofd, die u niet wilde zeggen: insgelijks!