5 februari 2015

Inzet KMar bij objectbeveiliging een logische keuze

Het Kabinet gaat de inzet van de marechaussee vergroten in verband met de terreurdreiging in Nederland. Minister Opstelten stuurde op 5 februari een brief aan de Tweede Kamer waarin meer duidelijkheid werd geschapen over de precieze invulling van deze inzet.

De Marechausseevereniging vindt dit een logisch besluit van het Kabinet. Het beveiligen en bewaken van objecten en personen is een kerntaak van de KMar. Zij werkt op de scheidslijn tussen het lagere en hogere geweldsspectrum, is daarvoor opgeleid en uitgerust en heeft daar door de jaren heen de nodige expertise in opgebouwd.

Afgelopen week hebben de regioburgemeesters, de Nationale Politie, de Koninklijke Marechaussee en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid overleg gevoerd over de concrete taakverdeling van de twee veiligheidsdiensten in tijden van aanzienlijke terreurdreiging (in vakjargon ‘een substantieel dreigingsbeeld’).

In een gezamenlijke brief aan de Tweede Kamer (verstuurd op donderdag 5 februari) schrijven minister Opstelten van Veiligheid en Justitie, minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en minister Hennis van Defensie daarover het volgende.

Herschikking
‘Sinds medio 2014 vindt, op advies van de NCTV, extra bewaking en beveiliging plaats van een aantal objecten. Naar verwachting zijn de maatregelen van langere duur. Daarom is gekeken naar de inzet van politiecapaciteit die ten koste gaat van de basisteams. De politie moet immers midden in de samenleving kunnen blijven staan. Zij zijn de ogen en oren in de wijk en fungeren als aanspreekpunt. Zij is herkenbaar en benaderbaar en staat in permanente verbinding met alle bevolkingsgroepen en organisaties. Daarom is (…) een herschikking aangebracht waarbij de Koninklijke Marechaussee de bewaking en beveiliging van objecten met een hoog risicoprofiel van de politie overneemt.’

Bewaking versus toezicht
‘Deze herschikking komt niet voort uit een verandering in de dreiging rondom de betreffende objecten, maar is ingegeven vanuit het belang dat wij hechten aan de beschikbaarheid van capaciteit voor de uitvoering van de basispolitiezorg. Het overnemen van deze bewaking- en beveiligingstaken door de Koninklijke marechaussee biedt bovendien de mogelijkheid om snel te kunnen reageren op een verhoogde dreiging. Daar waar er sprake is van toezicht in het publieke domein blijft dit uitgevoerd worden door de nationale politie. Dit is haar kerntaak.’

De capaciteit van de Koninklijke Marechaussee wordt geleverd uit de beschikbare bijstandseenheden. De noodzaak van de inzet van de KMar zal driemaandelijks worden geëvalueerd. Als de ontwikkeling van de dreiging daar aanleiding voor geeft, kunnen meer objecten en personen worden bewaakt en beveiligd.

Voorzitter Ton de Zeeuw: “een logische keuze van het kabinet waardoor de politie niet onnodig wordt teruggetrokken uit de wijken. Juist daar aanwezig zijn en in verbinding blijven met de samenleving levert de beste positie op om eventuele ontsporingen vroegtijdig te signaleren. Een goede samenwerking en informatie-uitwisseling tussen politie en de KMar zal daardoor bijdragen aan meer veiligheid”.