6 oktober 2015

Defensie moet schraapzucht bekopen: Toch toelage bij gedeeltelijke waarneming

Een marechaussee die 19 maanden lang een functie als hoofd van de afdeling gedeeltelijk waarnam, heeft recht op een financiële tegemoetkoming gelijk aan de waarnemingstoelage. Dat bepaalde de rechtbank Den Haag op 15 juli 2015 in een zaak die de MARVER namens een lid aanspande tegen een besluit van Defensie.

Defensie wilde geen financiële compensatie geven voor het tijdelijk vervullen van de hogere functie. Volgens het Inkomstenbesluit bestaat er bij gedeeltelijke waarneming namelijk geen recht op een waarnemingstoelage. Dat is alleen het geval bij een volledige waarneming van een functie in de naasthogere rang. Defensie is blijkbaar hardleers, want begin 2013 speelde een soortgelijke zaak, die door Defensie werd verloren. Toen weigerde Defensie een waarnemingstoelage te verstrekken bij meer dan een rang verschil.

Nota van toelichting
Ditmaal was het MARVER-procesjurist Wiebe Herweijer die erop wees dat de nota van toelichting op dit AMAR-artikel geen onderscheid maakt tussen gehele of gedeeltelijke waarneming. Volgens de nota van toelichting die op AMAR-artikel 22 van toepassing is, kunnen onvoorziene omstandigheden ertoe noodzaken dat de marechaussee een functie geheel of gedeeltelijk kan waarnemen. Het feit dat de waarneming 19 maanden heeft geduurd, kan volgens de rechtbank gezien worden als zo’n uitzonderlijke omstandigheid.

Geen goed werkgeverschap
De Marechausseevereniging wees er verder op dat de nota van toelichting op het AMAR artikel 22 niet het oogmerk heeft om te voorzien in financiële voorzieningen. Met andere woorden: Defensie laat de functie waarnemen zonder dat er de mogelijkheid van een waarnemingstoelage is. Door geen financiële compensatie te bieden handelt Defensie in strijd met de norm van goed werkgeverschap – overigens net als in de zaak uit 2013. De rechter ging mee in deze redenering en voorkomt hiermee dat Defensie militairen langdurig met waarneming kan belasten zonder daar een cent voor hoeven te betalen. De militair krijgt nu een financiële compensatie als had hij de functie in de naasthogere rang waargenomen.

Aan de bel trekken
De MARVER is blij met deze uitspraak en hoopt dat de uitspraak ook in een eventueel door Defensie aan te spannen hoger beroepsprocedure in stand blijft. De MARVER roept haar leden op in herkenbare gevallen aan de bel te trekken bij de afdeling Individuele Belangenbehartiging, telefoon 0348 – 707 433, of e-mail: ibb@marechausseevereniging.nl.

Meer over:
C&R
BVJ