‘Ik wil graag wat betekenen voor leden’
Breunis van de Pol (59) werkte jarenlang bij de Koninklijke Marechaussee en ging in juni 2016, na bijna 40 dienstjaren, met functioneel leeftijdsontslag. Bij de KMar vervulde hij verschillende werkzaamheden op vele gebieden, de laatste 10 jaar vooral internationaal als liaison-officer in Polen, Spanje en Griekenland.
Breunis begon zijn loopbaan bij de Marechaussee al in 1976. ‘Ik heb een heel mooie carrière achter de rug; ik heb vele functies binnen verschillende taakgebieden gedaan en mocht uiteindelijk een paar jaar geleden als majoor de dienst verlaten.’
Breunis was onder meer verbindingsofficier en werkte in die hoedanigheid als ‘schakel’ tussen het land van plaatsing en Nederland. ‘Ik vertegenwoordigde Nederland in die landen en zorgde voor de informatie-uitwisseling tussen de diverse politiediensten, op het gebied van, onder meer, migratieaangelegenheden, zware georganiseerde (grensoverschrijdende) criminaliteit en beveiliging burgerluchtvaart mede in relatie tot terrorisme.’
Begin jaren ’90 werd Breunis gekozen in het hoofdbestuur van de MARVER: ‘Ik ben eerst als commissaris werkzaam geweest en later als algemeen secretaris. Ik heb dat ongeveer drie gedaan. Ik was als commissaris vanuit het hoofdbestuur onder meer belast met de portefeuille ‘medezeggenschap’. Binnen defensie was de medezeggenschap net in opkomst en vanuit de vakbond werd nauw samengewerkt met de medezeggenschapscommissies binnen de KMar. Na een onverwachte bestuurswisseling in 1991 werd mij gevraagd of ik in het nieuwe hoofdbestuur algemeen secretaris wilde worden en heb daar toen mee ingestemd’.
Medio 1993 koos Breunis voor een terugkeer naar de organisatie KMar en kreeg hij een functie op Schiphol. Door het hebben van een functie met onregelmatige diensten en kleine kinderen in het gezin, was er geen tijd meer voor een ‘parttime’ bestuursfunctie.
‘Ik heb me tijdens mijn werkzame leven altijd voorgenomen dat als ik de dienst zou verlaten, ik weer wat wilde gaan betekenen voor de Marechausseevereniging. Die tijd is nu gekomen. Ik wil me graag inzetten voor de leden en dit in samenwerking binnen het hoofdbestuur en kaderleden van de Marechausseevereniging; zaken aanpakken die voor de leden van belang zijn. Daar heb ik heel veel zin in!’
Breunis zou zich, als dat mogelijk is, het liefst mede richten op ‘accenten’ die te maken hebben met de aangesloten zusterorganisaties bij Euromil en Eurocop. Breunis: ‘Maar dat is iets wat we tijdens een bestuursvergadering zullen bespreken, daar komen we wel uit. Wat het ook mag worden, ik heb er zin in en sta erachter!’